De regen komt met bakken uit de hemel als ik naar Fort Everdingen rijd voor een gesprek met de brouwers van Fortbrouwerij Duits & Lauret. Die regen houdt niet op als ik in het proeflokaal, tussen de brouwwerkzaamheden door, spreek met Marco Lauret. Danielle Duits trotseert buiten het noodweer: er moeten putten gegraven worden voor pompen, en waterleidingpijpen worden versleept. Als je Danielle nu ziet zwoegen, distels in het natte haar, bemodderde laarzen en een doorweekte jas, zie je dat er nog werk genoeg te verzetten is op het fort naast het brouwen van bier. De vorige keer dat ik Marco Lauret op het fort sprak was in 2016, toen nog in het fortwachtershuisje. De brouwinstallatie was er toen nog niet, één van de barakken was verzakt en ondergelopen en Danielle Duits had zichzelf opgesloten in één van de opslagruimtes van het fort, tussen de rijpende kazen. Ook al is er nu nog veel te doen, er is ontzettend veel veranderd. De camping is operationeel, de brouwerij produceert al anderhalf jaar bier en het fort is de thuisplaats voor veel evenementen. Dit is een mooi moment om te vragen hoe de reis verloopt van de twee zorgverleners die zijn gaan brouwen.
Rust creëren
Marco Lauret brouwt al een tijdje thuis bier als hij Danielle Duits leert kennen en dat brouwvirus overgeeft. Hun gezamenlijke reis begint in 2007 als ze besluiten samen bier te gaan brouwen, en in 2009 krijgt dat een commerciële insteek. Marco en Danielle werken op dat moment allebei in de zorg en merken allebei dat de administratieve belasting hun werk minder leuk maakt. "We zochten allebei iets anders naast ons werk", legt Marco uit, "en onze brouwwerkzaamheden commercieel maken, leek een goede optie. Het gaf lucht ten opzichte van onze andere baan. Ook het werken in een andere wereld was een mooie afwisseling. Dat gaf, en het geeft nog steeds, energie."
Zorgbrouwerij
Inmiddels is Fortbrouwerij Duits & Lauret een full time business. Naast dat het een brouwerij op een fort is, is het ook een zorgbrouwerij. “We vinden het nog steeds belangrijk om wat voor de maatschappij te doen,” zegt Marco. “Het is heel prettig om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt echt werk te laten doen. Hier hoeven ze geen doosjes te bestikkeren, maar kunnen ze werken in de horeca of de winkel, ze kunnen het groenonderhoud doen, of schilderwerk. Allemaal nuttig werk. Dat gaat zo goed dat we zelfs iemand hebben aangenomen om ons op dit gebied te ontzorgen”, glimlacht hij. Je kunt mensen dus wel uit de zorg halen, maar je haalt de zorg niet uit de mensen.
Tienjarenplan
In 2017 wordt de fortbrouwerij officieel geopend en start het project om van het fort een bloeiende onderneming te maken: het tienjarenplan, zoals de brouwers dat noemen. Niet dat er de jaren ervoor niets is gedaan… Het hele fort moet worden gerestaureerd, en daar is aan gewerkt vanaf het moment dat Marco en Danielle de sleutel in handen kregen. “De restauratie gaat goed,” Marco tikt de werkzaamheden af: “de toegankelijkheid van het fort is verbeterd, de ring zijn we aan het opknappen, en daarnaast heeft de camping al een seizoen gedraaid, en staat de brouwerij als het kloppend hart van het fort te draaien.”
Regenwater
Het is een hele klus om het fort zo te krijgen dat alles operationeel is. Waarom gaat iemand zo’n uitdaging aan? “We waren al een tijdje op zoek naar een locatie om een brouwerij neer te zetten. Dan heb je voor allerlei zaken ruimte nodig en dat heeft deze plek genoeg. Daarbij heeft het fort een meerwaarde.” Marco glundert en gaat zitten voor dit verhaal: “Dit fort is zo gebouwd dat de soldaten bij een belegering niet afhankelijk waren van toevoer van vers water. Het regenwater wordt dus opgevangen en door een filtersysteem gesluisd. Bedenk dat dit dus in 1840 bedacht is!”, lacht Marco. “Dat gefilterde water hebben we getest en dat is geschikt om mee te brouwen. Dat is dus nog een klus die ligt en waar we heel veel zin in hebben.”
Jubileum
Twee jaar terug is er dus met een tienjarenplan gestart, maar dit jaar beleeft Duits & Lauret haar tienjarig jubileum als commerciële brouwerij. Het eerste project mag als geslaagd beschouwd worden. Er zijn veel prijzen in de wacht gesleept, en er is een keur aan bieren te verkrijgen. Interessant genoeg veel klassieke bierstijlen: stout, alt, kölsch, speciale belge. “We brouwen bierstijlen die mensen kennen uit fabrieken,” legt Marco uit, “maar dat zijn de uitgeklede versies. Wij brengen die bierstijlen zoals ze naar ons idee horen. Je merkt ook in de bierwereld dat we teruggaan van een fase waarin werd geëxperimenteerd met kruiden en andere toevoegingen weer en naar de basis terugkeren. Klassieke bierstijlen, nu met meer smaak.”
Laag-alcoholisch
“Je ziet ook dat laag-alcoholische bieren meer in zwang komen”, gaat Marco verder, ”het Duitse bierlandschap heeft dan smaakvolle bieren te bieden. Ons geluk daarbij is dat we een nieuwe installatie tot onze beschikking hebben die we moeten uittesten. Dat geeft de vrijheid om een nieuwe bierstijl te proberen. Zo brouwen we op het fort nu voornamelijk de lichtere bieren, zoals de Wiess. Een tweede voordeel van een nieuw bier brouwen, was dat het niet gelijk hoefde te zijn aan een batch wat door de Proefbrouwerij wordt gemaakt.“
Huurbrouwen
Duits & Lauret doen niet geheimzinnig over het feit dat ze huurbrouwen. “Nee, natuurlijk niet,” zegt Marco tevreden, “we brouwen al vanaf het begin bij de Proef in Lochristi. We kunnen inmiddels lezen en schrijven met Dirk en Saskia. We leveren alle specificaties aan, van mouten tot waterkwaliteit, en bij de Proef zorgen ze voor de kwaliteit van het bier dat we willen. Nu is de grote uitdaging ervoor te zorgen dat de bieren die we hier op fust afvullen gelijk zijn aan de bieren die de Proef voor ons brouwt en op fles voor ons afvult. De installatie waarop je brouwt is toch ook een ingrediënt voor je bier.”
Kwaliteit
De discussie over huurbrouwen die regelmatig de ronde doet in het brouwwereldje lijkt voor Marco niet belangrijk. “Wat belangrijk is, is de kwaliteit van het bier,” zegt hij, “en kwaliteit is de belangrijkste factor bij een contractbrouwerij. Wat je hebt zien gebeuren is dat door huurbrouwen er meer bieren bekend zijn geworden bij het grote publiek, het is de diversiteit ten goede gekomen. Men lijkt ook te vergeten dat de marges bij huurbrouwen niet zo groot zijn. Het is wel een goede opstap voor je merkbekendheid. Zo zijn we er ook ingestapt, met het idee van: ‘we zien wel hoe het loopt’.” Als je dan eenmaal een gevestigde naam hebt, kun je een fort aanschaffen, zo blijkt.
Prijzen binnenslepen
Wat zal hebben meegeholpen in die goede naam creëren, zijn de prijzen die Duits & Lauret al jaren binnensleept, met name voor hun bok. Inmiddels een bier waar mensen hunkerend naar uitkijken. “De
rookbock deed het eerste jaar bij het Pint Bokbierfestival anders aardig wat wenkbrauwen fronzen”, lacht Marco. “Ik zag mensen het bier bestellen, eraan ruiken, een slok nemen, en wegspoelen. Ik heb me moeten beheersen om niet achter iedereen aan te lopen en te zeggen dat het bier zo hoorde. Nu zijn mensen er gelukkig mee bekend.”
Gastronomische bieren
De bierwereld is in de tien jaar dat Duits & Lauret zijn gestart enorm veranderd, maar Marco en Danielle blijven trouw aan hun basis. “Het eerste bier wat we brouwden was een stout,” zegt Marco, “en die brouwen we inderdaad nog steeds. Dat bier exclusief in grote flessen bottelen, doen we alleen niet meer. We wilden dat toen heel graag in restaurants aan de man brengen: grote flessen om te delen. Daarin waren we onze tijd wat vooruit,” zegt hij, “dat werd toen nog niet begrepen. Net als de rookbock, en dat bier brouwen we nu jaarrond om aan de vraag vanuit restaurants te voldoen.”
Restaurants
“We benaderen restaurants actief”, legt Marco uit, “we hebben vanaf de start van onze brouwerij ingezet op culinaire bieren. Dat was niet altijd even makkelijk. Nu zijn er gelukkig restaurants als De Librije die mensen bewust maken dat goed eten en goed bier bij elkaar passen. Ook brewpubs als
Oproer en
Jopen zijn daarin voorlopers, en die schenken ook gastbieren bij de gerechten. Er is keuze genoeg tegenwoordig. Afhankelijk van de gerechten en de grootte van de groep kun je dan grote of kleine flessen opentrekken. Het delen van een fles of flesje bier is een opvoedkundig ding gebleken. Mensen accepteren het steeds meer. Nu nog een bierkaart naast de wijnkaart in de betere restaurants,” zegt hij hoopvol. De bierdrinker krijgt in Nederland in ieder geval genoeg mogelijkheden om zijn palet te verrijken.
Han Hidalgo
Sommige restaurants zijn dus aangehaakt als het gaat om bier-en-spijscombinaties, maar ook de drinker thuis kan zijn maaltijd verrijken. Op de site van Duits & Lauret worden regelmatig recepten geplaatst die bierschrijver
Han Hidalgo voor de brouwerij maakt. Marco straalt: “We zijn erg blij met de recepten van Han. Toen we vorig jaar goud wonnen met onze
Winterstout op de Dutch Beer Challenge, zat er binnen no time een recept voor een ovenschotel met gekonfijte eend in onze mailbox. Daar kun je alleen maar blij van worden, van iemand die je zo’n warm hart toedraagt!”
Lokaal
In de omgeving van het fort wordt gezocht naar meer van dat soort mensen om mee samen te werken. Duits & Lauret maken namelijk al zelf mosterd en bierazijn op het fort, en er ligt blauwschimmelkaas te rijpen. Een imker heeft bijenkorven op het fort staan, dus die honing kan zo de winkel in. Bostelbrood van het eigen bier is er echter nog niet. Een bakker uit de omgeving zou daar een goede partner in kunnen zijn. Andere samenwerkingen worden iets verder gezocht; met de andere ondernemers in de andere forten van de waterlinie. Er loopt nominatie bij de Unesco om de Hollandse Waterlinie een werelderfgoed te maken, en als dat succes heeft, zal dat een boost geven aan het aantal bezoekers, zo wordt verwacht.
Organische groei
“Wat we natuurlijk willen, is het fort op de kaart zetten,” zegt Marco, en een plaats op de Unescolijst zou daar zeker bij helpen. We willen alleen geen fabriek worden. Ons motto is niet voor niets dat we organisch willen groeien. We willen alles zelf bij kunnen houden. Toen we begonnen was dat voornamelijk om de administratieve last te ontlopen, en die komt nu natuurlijk als een boemerang terug. Zeker met het fort: we hebben een bedrijfsplan moeten schrijven, aanvragen voor subsidies, en daarna verslagen om die subsidies te verantwoorden, accijnsaangiften, etc. Daar kon je op wachten natuurlijk,” glimlacht Marco, “maar dat betekent dat we het stap voor stap rustig gaan bekijken.”
Rondje fort
“Er is nog genoeg wat willen namelijk. In de andere loods willen we een bottelarij, we willen nog eens stookruimte, en we denken erover om het zorgaspect uit te breiden.” Maar first things first. Eerst zal dit jaar het tienjarig jubileum worden gevierd. “Hopelijk kunnen we de ABT-cafés overtuigen dat we een bier van de maand mogen leveren. Daarover gaan we maar snel met ze in overleg.” Dat zou voor de bierdrinkers ook fijn zijn, een mooie toost op bier van het fort.
Hard genieten
Terwijl Marco zijn aandacht weer op het bier richt en Danielle buiten het hemelwater trotseert, rijd ik een rondje om het fort. Langs het toiletgebouw voor de kampeerders en andere bezoekers. Langs de oude munitiekluis waar nu het bier veilig wordt bewaard. Op de campingplaats staan de eerste stacaravans al klaar voor het nieuwe kampeerseizoen. Achter het fort wordt druk aan een feestzaal gebouwd. Bij de tweede loods liggen de waterleidingpijpen klaar. Er wordt inderdaad hard gewerkt op het fort. Gelukkig is het proeflokaal klaar zodat er ook hard genoten kan worden. Daar komen we nog maar een keer voor terug.