Huurbrouwer van vandaag, topbrouwerij van morgen?

12 mei 2019
Bijna zevenhonderd bierbrouwerijen zijn er in ons kikkerlandje. Brouwerijen in allerlei soorten en maten. In dit aantal zijn de thuisbrouwers niet eens opgenomen, maar op die manier zijn de meesten wel begonnen.


Een toenemend aantal brouwerijen, het klinkt allemaal heel leuk. Toch zijn er ook kritische geluiden te horen. Een discussie die ik steeds vaker de revue zie passeren, is die over huurbrouwers (meer dan de helft van de bijna 700 brouwerijen in ons land). Heel simplistisch gezegd: een huurbrouwer heeft geen eigen ketels; hij huurt brouwcapaciteit. De één heeft totaal geen probleem met deze categorie, de ander ziet huurbrouwers vooral als marketeers; mensen die een slaatje willen slaan uit de bierrevolutie. Maar is het zo zwart wit?

Dromen van brouwerij

Neem het volgende voorbeeld. Een bierliefhebber met ambitie ontwikkelt thuis in de keuken een recept. Dat recept brouwt hij bij een brouwerij waar hij de ketels huurt. Wellicht heeft deze huurbrouwer wel een droom om een eigen brouwerij te starten, maar nog niet de middelen. Voorbeelden te over van brouwerijen die zo begonnen zijn en nu wel een eigen brouwerij hebben. We noemen Kompaan in Den Haag, Fortbrouwerij Duits & Lauret in Everdingen en vandeStreek bier in Utrecht. Het wordt anders als iemand zich meldt met een commercieel idee en de brouwer een bier laat brouwen, dat deze persoon alleen maar vermarkt. 'Etikettenplakkers' wordt deze categorie vaak denigrerend genoemd.

Van de andere kant

Je kunt het ook van de andere kant bekijken. Veel brouwerijen hebben huurbrouwers nodig om te kunnen bestaan. Ze hebben overcapaciteit en de inkomsten uit huurbrouwsels zijn meer dan welkom. Veel brouwerijen adverteren zelfs mt de mogelijkheid tot huurbrouwen. "Bewaar jezelf de rompslomp en papierwerk, kom maar met je recept langs en we gaan kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen." In deze gevallen helpen beide partijen elkaar. Wat is daar mis mee?

Topbrouwerij

De Nederlandse bierscène is inmiddels dusdanig ontwikkeld, dat de concurrentie stevig is geworden. Toch denk ik dat de brouwers elkaar nog steeds zien als collega en niet zozeer als concurrent. Natuurlijk moet het bier kwalitatief goed zijn; de consument moet het willen kopen. Wat maakt het dan uit of dat door een brouwer met eigen ketels is gebrouwen of door een bezielde huurbrouwer? Zoals de geschiedenis al heeft bewezen kan er in de huurbrouwer van vandaag wel een topbrouwerij van morgen schuil gaan.