100 jaar Nederlandse biercultuur

3 juni 2021

Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur (SENB) bestaat in deze negende Week van het Nederlandse Bier alweer ruim vier jaar. In die jaren zagen de vrijwilligers van de stichting hoe in Nederland het aantal bierbrouwerijen steeg naar 848 nu.

Op de eigen website maakt de stichting het rijke verleden en de prachtige toekomst van de Nederlandse biercultuur voor een breed publiek toegankelijk. De website toont betrouwbare informatie over brouwerijen vanaf 1919. Deze week staat dus meer dan een eeuw Nederlandse biergeschiedenis online.

Overzicht

Op de site van de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur is informatie te vinden van alle Nederlandse brouwerijen, hun brouwers en hun bieren. Dankzij de inzet van een trouwe groep vrijwilligers is het mogelijk om een overzicht te geven van de afgelopen 100 jaar in de Nederlandse biercultuur. Duidelijk is dat er in de afgelopen honderd jaar vooral in het laatste decennium een explosieve groei heeft plaatsgevonden.

Explosieve groei

In de periode 1919-2021 waren in Nederland 1352 brouwerijen in bedrijf. Tien daarvan zijn zelfs de gehele eeuw actief geweest. Het aantal brouwerijen heeft een opmerkelijke ontwikkeling ondergaan. In de jaren 1920 tot 1930 waren er 248 brouwerijen en dat aantal nam gestaag af tot 16 in 1979 en 1980. Het mag een understatement heten dat de sector daarna een ongekende groei kende. Het aantal bedrijven dat in de periode 2010-2020 op commerciële basis bier heeft uitgebracht nam toe tot 952. Omdat er ook brouwerijen gestopt zijn, zijn er op dit moment 848 brouwerijen actief in Nederland, waarvan de helft bestaat uit zogenaamde brouwershuurders. Dit zijn brouwerijen zonder eigen brouwketels, waarbij de brouwers capaciteit inhuren bij collega’s. Een fenomeen dat 100 jaar geleden nog niet aan de orde was. Dit verklaart een deel van de explosieve groei nu. 

Verschuiving

Bijna 80 procent van de brouwerijen uit de jaren 1920 stond in Noord-Brabant of Limburg. De provincie Flevoland bestond nog niet, maar ook in Friesland en Drenthe was geen enkele brouwerij gevestigd. Dat is het laatste decennium aanzienlijk gekanteld. In de jaren 2010 stond nog maar 6 procent van de brouwerijen in Limburg en 21 procent in Noord-Brabant. Het aandeel van Noord-Holland steeg van 2 naar 21 procent en Zuid- Holland steeg van 3 naar 14 procent. De opkomst van zogenaamde craft-brouwers in de Randstad (en de rest van Nederland), meestal onafhankelijk en soms licht rebels, is te verklaren vanuit een stroming die al in de jaren ’80 begon in de Verenigde Staten.

Randstad

Als we kijken naar de gemeenten met de meeste brouwerijen dan bestond de top 3 in de jaren ‘20 uit Maastricht (17 brouwerijen), Horst aan de Maas (11) en de huidige gemeenten Venlo, Leudal en Roermond (alle 8 brouwerijen). In het laatste decennium waren de meeste brouwerijen gevestigd in Amsterdam (70), Utrecht (29) en Rotterdam (27). Veel brouwerijen in deze steden beschikken ook over een eigen brewpub of proeflokaal. Het gaat daarbij niet alleen om bier, maar vooral ook om beleving. Veel van deze lokale brouwerijen leveren al zo’n tien jaar aan lokale horeca, slijters en andere plekken waar men van ambachtelijk gebrouwen bier houdt. Deze trend is overigens niet uniek voor de Randstad maar geldt voor heel Nederland.

Bestaansduur brouwerijen

Van de 125 brouwerijen die in de jaren ’20 van de vorige eeuw werden opgeheven had meer dan de helft langer dan 62 jaar bestaan. Het zal moeten blijken wie van de huidige brouwerijen het langer dan twee generaties uithouden. Zeker in deze tijden van onzekerheid rond de corona-pandemie is duidelijk dat veel kleinere brouwerijen (vaak eenmansbedrijven of een collectief van brouwende vrienden) het moeilijk hebben of simpelweg stoppen met commercieel brouwen, om vervolgens weer terug te gaan naar hobbymatig brouwen.